Onder statische inhoud wordt die inhoud bedoeld die vast gedefinieerd is. De inhoud wordt zoals ze is opvraagd op de webserver en zo naar de webbrowser gestuurd.
Het is echter belangrijk dat inhoud, los van de webpagina structuur, kan worden beheerd. Dat deze kan worden toegevoegd, gewijzigd en verwijderd. De gegevens worden daarom in een databank bewaard en opgevraagd of weg geschreven wanneer een URL wordt opgevraagd. In dat geval spreken we van dynamische inhoud.
Binnen de vorige cursus ‘Webdesign’ hebben we de inhoud altijd statisch gedefinieerd, in het HTML bestand dus, verweven met de HTML opmaak. Wanneer we inhoud dynamisch willen aanbieden zullen we een programmeertaal nodig hebben die de inhoud zal ophalen en verwerken tot HTML.
Er zijn verschillende programmeertalen die vaak worden gebruikt. Voorbeelden zijn ASPX, Java, Python, PHP, … .
De inhoud die wordt in een databank bewaard. De meest courante zijn MariaDB/MySQL, MSSQL, … .
Wij gaan in onze cursus PHP gebruiken in combinatie met MySQL. Dat zijn open-source technologiën en vereisen dus geen dure licenties.